Partners

Wingrow

Baas icc

Twitter

Bezoeken vandaag:0
Bezoekers dit jaar:3312
Studie trip Spanje.

Afgelopen week vanaf Alicante via Cualin, Almeria, Motril naar Malaga gereden. Onderweg meerdere coöperaties bezocht, een excursie met Spaanse telers bijgewoond. Met verschillende teeltvoorlichters, aangesloten bij de diverse coöperaties, gesproken. Een zaadhuis, specifiek op de Mediterrane landen georiënteerd (Ramiro Arnedo semillas) bezocht. Kortom een interessant programma.
 
In oktober de Spaanse tuinbouwgebieden bezoeken is eigenlijk onverantwoord. De gewassen staan in de regel super te groeien. Het weer is top, de prijsdruk in Nederland veelal groot terwijl in Spanje de vroegste zaaiingen de eerste kleur gaan tonen. In principe niet goed voor het moraal. Beter is in januari/februari zo’n trip te maken maar goed!
 
Opvallend is toch wel dat de Spaanse coöperaties, dus telers zich steeds meer op spécialitiés gaan concentreren. Ik heb serieus veel kleine minipruim, troscherry etc. gezien.
Ik ben bij 3 verschillende coöperaties geweest t.w. Vitasol, La Palma en Procam. Dan heb je zo’n 2000 ha. aan afzet te pakken. We praten dan niet alleen over tomaat!
Gemiddeld bestaat de indruk dat het areaal tomaat stabiel blijft, zoals gezegd meer spécialitiés en trostomaten (minder areaal in de losse oogst) het areaal komkommer en aubergine krimpen terwijl het areaal paprika stijgt.
 
Natuurlijk heb ik niet de gemiddelde teler gezien, ben op sleeptouw genomen door mensen verbonden aan de diverse coöperaties maar zo door het gebied rijdend, blijft het areaal toch altijd wel indrukwekkend. Aan de andere kant zie je toch ook wel de nodige kassen leeg staan, sowieso staat er nog veel oude rotzooi maar als ik kijk wat er de laatste 5 jaar is veranderd vind ik het niveau toch stijgen!! Ik heb mooie boogkassen gezien, met hoge draadsystemen, natuurlijk ook de ouderwetse op en neer systemen. Telers welke bewust zijn van de inspanning die moet worden geleverd om een rendabele teelt te kunnen draaien. Kortom bedrijven met een sterk management en visie maar ook bedrijven met de “Spaanse insteek”. Er wordt meer teeltkennis uitgewisseld dan in het verleden, blijft vaak bij uitwisselen, toepassen is wat anders.  De coöperaties geven meer en nadrukkelijk op het ras toegespitste informatie en adviezen. Ieder ziet het gemeenschappelijke doel, geld verdienen en dat doe je door kwaliteit en voldoende product te leveren. Het biologisch telen krijgt steeds meer aandacht. De kassen zijn vrijwel allemaal afgegaasd en voorzien van een sluis bij de entree van de kas. Witte vlieg, Bermisia, Trips en Tuta Absoluta zijn momenteel de grootste bedreigingen. Later worden dat de schimmels (botrytis, Phythofthora etc.) Geen kas is hetzelfde. De nokrichting, de hoogte, de onderbouw, type folie, folie leeftijd (in de regel gaat een folie dek 3 jaar mee). Kortom het blijft moeilijk een algemeen beeld te krijgen van hoe een teelt zou moeten worden aangestuurd. Het is echt mega bedrijfspecifiek.
Als substraat kom je veel Perlite tegen daarnaast wordt in steenwol en kokos geteeld. Grondteelten heb ik minder gezien maar worden wel toegepast. Er wordt ieder jaar meer  geënt . Het gaat dan om dubbelkoppers, veelal op 2 bladeren getopt. De stengel dichtheden liggen rond de 2,7 tot 3 stengels per m2. De discussie in deze tijd van het jaar gaat in de meeste gevallen over het moment waarop het krijt van het foliedek moet worden verwijderd. In de regel gebeurt dit gefaseerd (laagje voor laagje). De nadruk op het teeltbeleid is nog steeds >> het buiten houden van de temperatuur. De buitenomstandigheden zijn nog steeds zomers, een graad of 28˚ - 29˚ met een instraling van 800 – 900 watt. Je ziet duidelijk de verschillen tussen de kassen als het gaat om de krijtdichtheid. Kassen met het meeste licht staan vanzelfsprekend het meest generatief (wel eens te generatief >> veel splijtrossen etc.) Kassen welke nog dik in het krijt liggen staan aanmerkelijk vegetatiever. Zoals gezegd er zijn bedrijven met visie welke het krijt door te boenen verwijderen terwijl anderen wachten op regen.
 
Het interessante van deze trip was dat deze in een 2 persoonscomité werd uitgevoerd waardoor de discussie vooral door de Spaanse telers, teeltadviseurs en verkopers werd gevoerd, Op deze manier krijg je toch meer idee van wat er bij deze mensen speelt (zonder de dominantie en soms betweterigheid met alle goede bedoelingen van dien van de Nederlandse aanwezigen).
Algemeen staan de gewassen ziekten en plagen vrij, blad strekt mooi uit, de zetting c.q. bevlieging is goed.
Tijdens de opkweek wordt al gewerkt met biologische inzet welke na het uitplanten wordt doorgetrokken. Zoals gezegd er wordt steeds meer geënt. Planten worden geleverd in pluggen, steenwolpotten (5X5 cm) perspotjes van 3 cm.
Zoals gezegd, de zomer is nog in vol ornaat aanwezig (naar regionale maatstaven was het weer beter dan gemiddeld)  en dan zien ze hier in de gewassen terug. Meer en betere groei, gewassen liggen ook voor op schema. Er gaat meer vroege productie komen. De productiekosten liggen natuurlijk heel anders dan in Nederland. Allemaal veel minder kapitaalsintensief maar basis producten zoals touw, steenwol liggen qua prijs hoger dan in Nederland. De arbeidskosten liggen per regio sterk uiteen. Rond Almeria waar toch ook nog wel veel met dagloners wordt gewerkt liggen de uurlonen rond de 5 tot 6 EURO terwijl in de andere gebieden ook uurtarieven van 10 EURO worden genoemd maar dat zijn in de regel vaste werknemers welke een aanmerkelijk hoger arbeid prestatieniveau halen. In een aantal gevallen wordt op basis van prestatie extra beloont. Arbeid wordt door allerlei nationaliteiten ingevuld. Bij Cualin is bijvoorbeeld sprake van 24 nationaliteiten. Dit bedrijf is trouwens wel het voorbeeld plaatje van hoe het toch ook in Spanje kan. Ik heb daar aangegeven dat je, je net op een Nederlands ingericht en aangetuurd bedrijf waant. Echt top!!! Wordt wel nadrukkelijk aangegeven dat dit niet via slag of stoot is gelopen, maar het staat nu wel!
Verder kom ik op de meeste bedrijven qua werknemers Noord Afrikaners tegen.
Water is geen probleem (meer) in deze regio. Er komt kwalitatief goed water uit de bergen. De EC’s variëren wel qua hoogte, meer naar de zee toe is de EC van het basiswater 1,3 EC terwijl meer naar boven de EC rond de 0,7 ligt. Recirculeren wordt nauwelijks gedaan. De druppel EC’s fluctueren van 2,3 tot 3,5 aan druppelwaarden, afgestemd op het gewas en de visie van de teler. Ook op het voedingselementen vlak worden stappen gemaakt!

Vrijwel alle telers zijn GlobalGAP gecertificeerd maar ook andere certificaten om te mogen leveren aan Engelse en Duitse handelshuizen zijn voorhanden.